De bandbreedte van de ontvanger - de bandbreedte van het frequentiespectrum van de middenfrequentie, doorgegeven aan de ingang van de demodulator van het microgolfsignaal. Als de signaal-ruisverhouding van het ingangssignaal het statische drempelniveau met ten minste 3-4 dB overschrijdt, is het beeld optimaal als de kanaalbreedte van de satelliet en de bandbreedte van de ontvanger volledig op elkaar zijn afgestemd. Bij sommige modellen is het mogelijk om de bandbreedte in kleine stappen te verkleinen. Een dergelijke vernauwing wordt gebruikt bij een gereduceerde ingangssignaal-ruisverhouding en leidt tot clipping van de randen van het spectrum van het ontvangen signaal. Hierdoor wordt aan de ene kant ruis verminderd, maar aan de andere kant worden kleine details van het beeld vervaagd. Ernstige vernauwing van de bandbreedte kan leiden tot niet synchroon lopen en scheuren van het beeld. Als de geselecteerde bandbreedte te breed is, laat deze, samen met het bruikbare signaal, extra ruis door, waardoor het algehele ruisniveau toeneemt. Bandbreedtestandaarden variëren van 16 tot 36 MHz.
Home | Articles
December 21, 2024 16:57:29 +0200 GMT
0.007 sec.
